Het laatste rapport van WWF Frankrijk schetst een zorgwekkend beeld: hoewel grote ondernemingen, met name die van de CAC 40, steeds ambitieuzere klimaatdoelstellingen aankondigen, blijft de operationele vertaling van deze beloften vaak beperkt.
Achter de toespraken en cijfermatige doelstellingen slagen klimaattransitieplannen er nog zelden in om echte strategische stuurinstrumenten te worden.
Engagementen die vooruitgaan... op papier
De meeste bedrijven hebben inmiddels een emissiereductietraject vastgesteld dat in lijn ligt met de doelstellingen van het Akkoord van Parijs.
Ze versterken hun klimaatgovernance, integreren het onderwerp in hun raden van bestuur en publiceren meer uitgebreide rapporten, in overeenstemming met de vereisten van de CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive).
Maar deze wettelijke naleving, hoe essentieel ook, garandeert nog geen echte impact van de transitieplannen.
Drie structurele zwaktes om aan te pakken
Volgens het WWF zijn er drie belangrijke factoren die de geloofwaardigheid en doeltreffendheid van deze strategieën nog steeds beperken:
1️⃣ Onduidelijke middelen: slechts weinig bedrijven kunnen de werkelijk gemobiliseerde financiële middelen voor hun transitie kwantificeren.
2️⃣ Gebrek aan koppeling tussen financiën en klimaat: budgetten, investeringen en strategische beslissingen zijn vaak losgekoppeld van de hefbomen voor decarbonisatie.
3️⃣ Een onvolledig beeld van externe afhankelijkheden: weinig bedrijven anticiperen op risico’s die samenhangen met hun leveranciers, de beschikbaarheid van koolstofarme infrastructuur of toekomstige regelgeving.
Gevolg: de transitieplannen dreigen rapportagedocumenten te blijven in plaats van echte actieplannen om de economie te verduurzamen.
De Europese ambitie behouden
In de huidige context zou de herziening van het Europese wetgevingspakket “Omnibus” bepaalde verplichtingen van de CSRD of de CSDDD (Corporate Sustainability Due Diligence Directive) kunnen versoepelen.
Het WWF waarschuwt: een dergelijke versoepeling zou een negatief signaal zijn voor reeds geëngageerde bedrijven en de Europese dynamiek van transparantie en klimaataansprakelijkheid ondermijnen.
Om de transitie te doen slagen, moeten we juist:
🔹 Een hoog niveau van regelgeving en ambitie behouden,
🔹 Bedrijven ondersteunen bij de concrete uitvoering van hun plannen,
🔹 En de verbinding versterken tussen klimaatstrategie, financiële rapportage en operationele prestaties.
🌱 Conclusie
Bedrijven hebben begrepen dat decarbonisatie zowel een economisch als ecologisch imperatief is.
Maar om intentie in impact om te zetten, moeten ze hun transitie uitrusten, financieren en sturen — niet enkel documenteren.
De weg naar een koolstofneutrale economie wordt niet gewonnen met rapporten… maar met resultaten.